De zin en onzin van alternatieve beleggingen

Grootbeleggers stoppen steeds meer van hun beheerd vermogen in alternatives. De lage liquiditeit wordt niet als een probleem gezien. Het is vooral een plus, aldus de professionals.

“Wij hebben besloten ons meer op alternatieve beleggingen te richten. We hebben daar hard in geïnvesteerd.” Dat vertelt Olaf van den Heuvel van Aegon Asset Management (AM). De CIO van de vermogensbeheertak van Aegon zegt niet anders te kunnen, want de rentes blijven laag, waardoor traditionele veilige beleggingen niet voldoende renderen. Daarnaast denkt Van den Heuvel dat het voor Aegon AM een manier is om zich beter te kunnen onderscheiden van de concurrentie. Het grote voordeel van alternatieve beleggingen is natuurlijk dat beleggers een liquiditeitspremie ontvangen. Een ander beleggingsdouceurtje, dat beleggers veelal ontvangen bij het beleggen in alternatives, is een complexiteitspremie. Als een belegging lastig is te doorgronden, dus meer risico’s kent, dan mag daar wel een extra vergoeding tegenover staan. Van den Heuvel: “Dat betekent dus dat het huiswerk goed moet worden gemaakt.” Tenslotte hebben alternatives het grote voordeel dat ze weinig correleren met andere beleggingen, hetgeen ze prima geschikt maakt om portefeuilles nog beter te spreiden.

De bonte wereld van alternatives

Lekker lage volatiliteit
Aegon AM is niet de enige grootbelegger die kansen ziet in alternatives. Hans de Ruiter van pensioenfonds TNO vertelt dat zijn pensioenfonds de laatste jaren steeds meer kapitaal naar alternatieve beleggingen heeft gealloceerd, vanwege onder meer het groeiende belang van de private markt. Die wordt steeds groter, dus trekt meer beleggers.

Naast de hoge spreads is er nog een andere reden waarom De Ruiter graag in alternatives belegt. “De lage liquiditeit houdt de volatiliteit laag. Het eerste wat beleggers verkopen tijdens panieksituaties is datgene wat het makkelijkste verkoopt. Dat zijn dus niet illiquide alternatives. Daarnaast hebben wij een lange horizon, dus alternatieve beleggingen passen prima bij ons.”

Liever private debt dan private equity
Wouter Weijand, CIO van Providence Capital, heeft op dit moment een zwak voor private debt. “Uitgaande van een rendement na kosten van 4,5% in senior euro private debt bedraagt de illiquiditeitspremie boven euro high yield 2,5%. Bij Amerikaanse private debt ligt dat nog iets hoger. Wie geduld heeft en belegt in een mandje private debt, kan dat gerust doen.”

Over private equity is Weijand heel veel minder enthousiast. “Dat is een wanhopige markt aan het worden. Er ligt ruim 700 miljard dollar langs de lijn klaar om belegd te worden. Transacties vinden bijna alleen nog plaats via veilingen met gesloten envelop. Bovendien zijn er in de aandelensfeer voldoende alternatieven voor private equity te vinden.”

Private equity is duur

Ook hedgefondsen kunnen Weijand niet bekoren. “Het probleem met hedgefunds is dat je veel betaalt als er rendement wordt gemaakt (hedgefunds werken veelal met 2% vaste fee + 20% over de winst) terwijl het volle verlies door de belegger wordt gedragen. Om met hedgefondsen 5% te verdienen, moeten die gemiddeld tussen de 8% en 10% bruto maken. Daar heb ik moeite mee, en die hedgefondsen trouwens ook. Wij hebben nog wel exposure naar defensieve hedgefunds, die hun bescheiden ambities (3%-5% rendement) beter lijken waar te maken dan de meer agressievere hedgefunds.”

Het wordt gewoon minder
Lukas Daalder, beleggingsstrateeg van BlackRock, ten slotte: “Het is heel goed dat er meer in alternatives wordt belegd, maar het belangrijkste is dat beleggers niet langer de rendementen van vroeger moeten verwachten. Die rendementen worden gewoon minder. Om de rendementen te halen die beleggers van ousdher gewend zijn, zullen zij meer risico moeten nemen.”