April leek een bijna feestachtige maand te worden. De stemming zat er lange tijd helemaal in. Maar zou het ook feestelijk eindigen? Het leek een beetje op ‘code oranje’ uit te draaien, toen de lange rente in Amerika door de 3% brak. En over brak gesproken, dat gold zeker voor de grote Amerikaanse technologiebedrijven. Die leken het hoogtepunt van hun beursfeestjes al ruim achter de rug te hebben. Met wimpels wordt hier al een tijdje niet meer gezwaaid en koersen zijn hier van oranje inmiddels op rood gesprongen. Gelukkig waren we daar wel op voorbereid, gezien onze nadruk op Value fondsstijlen in de VS, waar die technologiebedrijven juist weinig in zijn vertegenwoordigd.
Zouden we de vlag gaan uithangen?
Relatief goed nieuws was ook de hernieuwde opwaartse rentebeweging in Nederland en Duitsland, die volgde op die Amerikaanse rentestijging. U weet hoe defensief we hier gepositioneerd zijn. Maar zouden we hier echt de vlag uit gaan hangen als de rente snel verder steeg? Nee, want markten gedijen het best langs wegen der geleidelijkheid. Daarbij speelt mee, dat diverse economische indicatoren de afgelopen maand tekenen van verzwakking begonnen te vertonen. Met name Duitse bedrijven lijken beducht voor de mogelijke gevolgen van een handelsoorlog. En ook al komt die er wellicht niet, zoals wij hopen en verwachten, de vrees alleen al is genoeg om ondernemers af te schrikken (gelijk het spreekwoord: ‘de mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest’). En dat zag je ook in andere landen.
Code Oranje?
Is dit dan code oranje of komt die afzwakking net op een goed moment? Net nadat onze Donald alle budgettaire sluizen opengooide, gooide hij ook meteen een plons koud water over zijn handelspartners heen. Zo, dat koelt lekker af……en misschien hoeft die rentestijging dan ook niet zo groot te zijn en wordt de economische cyclus weer wat verlengd? Prettig aan die rentestijging in de VS en de milde economische vertraging hier, is de eveneens milde terugval van de euro. Misschien speelde die gestegen euro immers ook wel een rol bij de mindere vooruitzichten van de Europese (lees: vooral Duitse) exporteurs. Niet voor niets waren Europese aandelen de laatste weken aan een leuke opmars bezig. Gezien onze overweging in Europa en onderweging in de VS konden onze portefeuilles dat goed gebruiken.
Niet onaardig
Al met al was april helemaal geen onaardige maand. Daar kwam nog bij dat onze euro-gehedgde beleggingen in Japanse aandelen prettig opveerden. Die dalende yen deerde ons in het geheel niet en de beurs voer er wel bij.
Hoe verging het onze illiquide beleggingen? Hier lopen we qua koersdata altijd een maandje achter. Maar juist in de onrustige maand maart viel op hoe rustig onze asset-backed obligaties (+0.5%) en onze mixed-pool in het Zwitserse Partners Fund (+0,1%) zich hielden. Onze volgende belegging in het Zwitserse leningen platform van Amerikaanse MKB bedrijven (in U$) heeft eind april plaatsgevonden. De volgende participatie geldt een wereldwijd fonds in Infrastructurele projecten: die zal naar verwachting begin juli worden geeffectueerd. Hier hopen we op een jaarlijks dividend van 6% en enige koersgroei van onze participatie.
Mede namens mijn collega’s groet ik u,
DOOR: WOUTER WEIJAND, Chief Investment Officer