Topics Hoe gul zijn Nederlanders eigenlijk?

Topics juli 2024

Filantropie lijkt belangrijker te worden in de Nederlandse samenleving. Ook bij Providence Capital zien we de interesse in het onderwerp toenemen. Theo Schuyt onderschrijft die trend. Sinds 2001 is hij hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam op de leerstoel “Filantropische Studies”. In 1995 richtte hij samen met anderen het onderzoeksproject “Geven in Nederland” (GIN) op dat filantropisch gedrag in Nederland onderzoekt. Recent verscheen de nieuwste editie. Voor Topics gingen Reyer Hulstein en Karel Zwaan in gesprek met de eerste Nederlandse hoogleraar filantropie.

Het interview is ook te beluisteren als podcast in de serie Serieus Vermogen op Apple Podcast en op Spotify.

Pionier in Filantropieonderzoek

Schuyt is een pionier op het gebied van filantropieonderzoek en heeft met zijn werk de kennis en bewustwording over geven en vrijwilligerswerk vergroot. ‘Toen ik begon vroegen mensen zich af wat dit überhaupt was. Is filantropie wel een studieterrein? Inmiddels is er een groot aantal filantropiehoogleraren in Europa. In Nederland zijn het er vijf tot zes. Vooral de maatschappelijke belangstelling is enorm toegenomen, ook in de media. In het begin werd het als een onbelangrijk onderwerp gezien, maar maatschappelijk en wetenschappelijk is het aanzien van het vakgebied enorm gegroeid.’

Teruggeven aan de Maatschappij

‘Maar als je kijkt naar ons onderzoek “Geven in Nederland”, wordt er vooral door Nederlandse huishoudens gegeven. Gezamenlijk geven ze zo’n 5,5 miljard. Gewone mensen die niet per se erg vermogend zijn. Schuyt schat dat Nederland veel meer geeft dan dit cijfer aangeeft, mogelijk het dubbele van de wetenschappelijk verantwoorde schattingen: zo’n 11 miljard.

Theo Schuyt

‘De voortdurende evaluatie en vraag naar impact zijn een constante legitimatie-eis.’

 

 

 

Opleiding voor Bestuurders van Goede Doelen

Schuyt is binnen de VU verantwoordelijk voor de opleiding van bestuurders van goede doelen. Vaak hebben deze (aankomende) bestuurders al veel ervaring vanuit hun dagelijkse werk. Maar volgens Schuyt is er wel degelijk een aanvulling op deze praktijkkennis nodig om een goed bestuurder te zijn. ‘Wat ze leren is dat de sector filantropie meer is dan alleen de financiële kant. Je moet leren hoe je omgaat met doelen die je wil steunen. Doe je dat door ze geld te geven? Of door mee te denken over de opzet? Wil je impact investeren? De sector is meer dan de financiële accountantsverklaring. Het gaat ook om goed management, contact met je doelgroep en de filosofie van de filantropie. Vrijwilligheid is een andere motivatie die je moet begrijpen waarom mensen zich filantropisch willen inzetten. Daar geven we college over.’

Dynamiek in Bestuur

Een belangrijk onderdeel van de opleiding gaat over de dynamiek in een bestuur. Schuyt: ‘Deelnemers leren vragen te stellen die uiteindelijk gaan over de effectiviteit van zo’n bestuur. Zit een bestuur niet te lang in dezelfde samenstelling? Blijft daardoor de doelstelling wel effectief als je kijkt naar de veranderende omstandigheden? Bereikt het de resultaten? Of ben je een soort Sinterklaas die elke keer maar weer naar aanvragen via de website kijkt zonder verder actie te ondernemen. Is er voldoende dynamiek en wisseling in een bestuur? Dat is een belangrijk vraagstuk. Zijn ze wel eens buiten de deur geweest naar de doelgroepen die ze bedienen?’

Mijlpaal in het Rijksmuseum

Eind juni dit jaar rondde weer een groep studenten de opleiding af bij Schuyt. De mijlpaal werd gevierd in het Rijksmuseum met zo’n 200 gasten. Schuyt merkt dat er bij goede doelen veel interesse is in zijn studenten. ‘Wanneer ze hun thesis schrijven vinden ze zonder problemen een organisatie die dat wil. Organisaties krijgen eigenlijk een gratis advies waarmee ze verder kunnen. De thesis is dan een adviesrapport met aanbevelingen. Wanneer een extern bureau dat doet, kost het minstens 70.000 euro. Terwijl nu een enthousiaste jonge cursist of cursiste een prachtige analyse van het fonds maakt en vaak daarna gevraagd wordt om bestuurslid te worden.’

De Rol van Fondsen

Schuyt ziet dat er in Nederland een houding heerst dat wanneer een particulier fonds zich ergens mee gaat bemoeien, dit eigenlijk een taak van de overheid zou moeten zijn. Hierdoor ontstaat er een vraagstuk rondom legitimatie zowel in het bestuur als in de uitvoering. Fondsen moeten hun resultaten laten zien en evalueren om hun bestaansrecht naar de maatschappij toe te verantwoorden. Fondsen opereren relatief onafhankelijk binnen wettelijke kaders en genieten bepaalde belastingvoordelen en moeten zich dus maatschappelijk verantwoorden. De voortdurende evaluatie en vraag naar impact zijn daarom een constante legitimatie-eis. Dit geldt ook voor interne bestuurlijke en directievraagstukken.

‘Filantropie biedt structuur voor onderlinge verbinding en fungeert als het cement van burger-betrokkenheid.’

Onafhankelijkheid en Maatschappelijke Verantwoordelijkheid

Fondsen hebben ook legitimatie nodig richting overheden, die vaak denken dat fondsen als pinautomaten fungeren voor hun beleidsplannen waarvoor onvoldoende geld is. Dit kan tot ongewenste fricties leiden tussen partijen die eigenlijk goed zouden kunnen samenwerken. Een voorbeeld hiervan is, vervolgt Schuyt, ‘dat kinderen van statushouders die nog niet officieel waren goedgekeurd, geen stage mochten lopen omdat dit een boete zou opleveren. De Start Foundation stelde toen voor dat deze kinderen toch hun opleiding moesten kunnen vervolgen en bood aan om alle boetes te betalen. Dit is typisch voor de rol van een fonds dat zich soms tegenover het geldende overheidsbeleid plaatst. Fondsen zijn zelfstandig en werken soms samen met de overheid, maar ze kunnen ook tegen overheidsbeleid ingaan wanneer ze dat nodig achten. Dit benadrukt de onafhankelijke rol en maatschappelijke verantwoordelijkheid die fondsen dragen.’

De meest recente editie van “Geven in Nederland” signaleert een herleving van de gemeenschapszin. ‘Natuurlijk blijven huishoudens, bedrijven, fondsen, nalatenschappen en loterijen belangrijke bronnen van bijdragen’, zegt Schuyt. ‘Maar we zien, ondanks de polarisatie en verruwing, een krachtige onderstroom van gemeenschapszin.’

‘Filantropie – maatschappelijk onmisbaar en politiek onzichtbaar – biedt structuur voor onderlinge verbinding en fungeert als het cement van burgerbetrokkenheid. Het draait hierbij om inzet voor het algemeen nut, georganiseerd of niet, waarbij vrijwilligheid het sleutelwoord is. Filantropie en maatschappelijke initiatieven – zoals de voedselbank, de plaatselijke harmonie, maar ook collectieven en coöperaties – liggen in elkaars logische verlengde en versterken de onderlinge verbinding en betrokkenheid binnen onze samenleving.’

Verder lezen en luisteren:

Meer informatie over de opleiding Besturen van Filantropische Fondsen staat hier.

Het laatste onderzoek van Geven in Nederland staat hier.

Het boek: Filantropie, Hoe maatschappelijke betrokkenheid ons helpt te overleven staat hier.