Door Barbara Nieuwenhuijsen – 16 augustus 2016
In juni trad Wouter Weijand, voormalig hoofd dividendbeleggen bij BNP Paribas als chief investment officer aan bij het chique family office Providence Capital in Bussum. Een gesprek over het beleggingsbeleid van Providence.
Weijand beheert nu geen fonds meer, maar bepaalt de contouren waarbinnen fondsen van anderen worden geselecteerd. Zo groot vindt hij dat verschil echter niet. ‘De gesprekken die we voeren zijn hetzelfde.’
De overgang om niet meer alleen naar dividendaandelen, maar naar de totale assetallocatie te kijken, is ook een natuurlijke, zegt Weijand in gesprek met Fondsnieuws.
‘Eind jaren 80 was ik hoofd van het bond committee van Pierson. Tussen ’90 en ’95 beheerde ik gemengde portefeuilles bij ABN Amro Asset Management. Van ’97 tot 2000 en van 2000 tot 2005 was ik respectievelijk hoofd vastrentende waarden en wereldwijd verantwoordelijk voor vastgoed aandelen. Vanaf 2003 initieerde en beheerde ik vervolgens de dividendfondsen binnen de bank. In deze nieuwe functie komt dit allemaal mooi bij elkaar.’
Weijand neemt de plaats in van Berry van Kollem, die de afgelopen 10 jaar de CIO was bij Providence Capital. ‘We zoeken de beste man voor de job’, zegt deze. ‘Wouter heeft een bredere ervaring dan ik.’ Van Kollem werkte in de jaren 80 ook bij MeesPierson. Hij en Weijand kennen elkaar dus al lang.
Meer naar buiten treden
Weijand staat erom bekend geen blad voor de mond te nemen. Providence is een vrij gesloten family office dat opereert in de luwte. ‘We willen wel meer naar buiten gaan treden’, zegt Van Kollem. ‘Als iemand zijn bedrijf verkocht heeft, willen we op het lijstje staan van partijen die kunnen helpen bij het beheren van het geld.’
‘Daarvoor is onze naamsbekendheid nu nog onvoldoende. Maar hier zijn we mee bezig.’ Het aantrekken van Weijand zal hier mogelijk ook aan bijdragen.
Providence richt zicht op cliënten met een vermogen vanaf 5 miljoen euro. In totaal heeft het bedrijf ruim 1,3 miljard euro onder beheer. Als grootste concurrenten ziet het kantoor IBS, WMP en Box Consulting.
Kapitaalbehoud
Het beleggingsbeleid van Providence is in principe gericht op kapitaalbehoud, vertellen Weijand en Van Kollem. De ambitie is in portefeuilles de juiste balans te vinden tussen een zo stabiel mogelijk rendement en het in stand houden van de koopkracht van het vermogen op de lange termijn.
Eigen fondsen heeft Providence uit principe niet. ‘We zijn dit bedrijf elf jaar geleden gestart omdat we onze buik vol hadden van de verkoopmachine die de grote Amerikaanse bank waar wij werkten, was geworden’, zegt Van Kollem.
‘Wij hebben nooit met retourprovisies gewerkt. Je kunt dus wel zeggen dat de tijdgeest met ons meegegroeid is. Al zijn er nog altijd partijen die trucjes toepassen waardoor het voor de klant niet duidelijk is hoeveel hij betaalt. Denk aan de relatief hoge marge in huisfondsen die het beheer bij een derde partij onderbrengen. Daarnaast zijn veel kosten nog altijd intransparant. Het is goed dat de AFM eraan werkt dit transparanter te maken.’
Gevraagd naar voorbeelden zegt Van Kollem: ‘Met het afdekken van het valutarisico in portefeuilles kunnen behoorlijk wat kosten gemoeid zijn. Deze kosten kunnen zomaar oplopen tot wel 1 procent op jaarbasis. Niemand ziet dit omdat de kosten in de valutakoersen verdisconteerd worden.’
Voorkeur voor waardenfondsen, smallcaps en high quality-beleggingen
Op fondsgebied werkt Providence Capital met zo’n 20 externe managers en heeft een focus op waardefondsen, small- en midcaps en high quality-beleggingen. ‘Dit zijn bewezen dimensies van outperformance.’ Van factorbeleggen moeten Weijand en Van Kollem echter weinig hebben.
‘Nee, dat is een uitvinding van marketingmensen. Met factorbeleggen op zich is niks mis, maar het gaat erom hoe je het uitvoert en of je de betreffende risicopremies ook daadwerkelijk naar je toehaalt. Het is een grote uitdaging dit ook na kosten waar te maken. Veel partijen slagen daar maar heel matig in.’
Core-satellite
Het uitgangspunt bij Providence is een core-satellite-portefeuille met een kern van passieve fondsen en daaromheen verschillende actieve satellieten. ‘Voor emerging markets en Azië maken we bijvoorbeeld gebruik van de fondsen van First State. Deze fondsen zetten sterk in op het beperken van de schade als de beurzen dalen.’ Core in de portefeuille is een passief beheerd aandelenfonds dat wereldwijd belegd in duurzame bedrijven.
‘Welke markten wij passief en welke wij actief benaderen is geen statisch gegeven’, vertelt Van Kollem. ‘Dit houden wij continue in de gaten. We kijken daarvoor naar de marktomstandigheden en gaan over op actief als we denken dat actief management het verschil kan maken. Onlangs zijn we bijvoorbeeld voor opkomende markten overgestapt op actief. Dit omdat de perspectieven voor de verschillende opkomende markten uiteen zijn gaan lopen. Wij denken daarom dat het meerwaarde heeft in sommige landen wel en andere niet te beleggen.’
Qua asset allocatie gaat het kantoor graag tegen de markt in, aldus Weijand. ‘In het voorjaar van 2015 vonden we dat veel partijen te agressief belegd waren. Toen hebben we aandelen verkocht, in de aanloop naar- en direct na het Brexit-referendum hebben we weer geleidelijk teruggekocht. Inmiddels zijn we neutraal gepositioneerd.
We zijn er ook een groot voorstander van om posities die groot zijn geworden omdat iets het goed heeft gedaan, te herbalanceren.
Meer cash
Op obligatiegebied zitten we momenteel onderwogen, wat ten goede is gekomen aan cash. We hebben dus iets meer cash in portefeuille.’
De huidige lage en zelfs steeds vaker negatieve rente op obligaties stelt ook Providence voor uitdagingen.
‘Je kunt als antwoord hierop een lager rendement accepteren of wat meer risico nemen. De juist keuze hangt mede af van het risicoprofiel van de klant’, zegt Weijand. ‘Al is dat voor een partij als de onze misschien ook wat makkelijk praten. Voor grote klanten is het makkelijker om meer in illiquide beleggingen te gaan zitten.’